Hollywood-acteur Rose Byrne heeft een essentieel gesprek op gang gebracht over een zelden erkend aspect van ouderschap: de ambivalentie, verveling of zelfs spijt die sommige moeders ervaren. In een recent interview met The New York Times besprak Byrne de maatschappelijke druk op vrouwen om het moederschap onvoorwaardelijk te omarmen, waarbij hij opmerkte dat alleen al de suggestie dat een vrouw misschien geen kinderen wil, bedreigend voelt. Dit gaat niet over het haten van kinderen; het gaat over het erkennen dat het moederschap niet universeel bevredigend is, en het openlijk toegeven dat dit vaak taboe is.
De druk om moederschap uit te voeren
Byrne’s opmerkingen sluiten aan bij een groeiende trend van kunstenaars en schrijvers die de donkere, minder geromantiseerde kant van het ouderschap onderzoeken. Sheila Heti, auteur van Motherhood, herhaalt dit sentiment en merkt op dat vrouwen die hun ontevredenheid over het moederschap uiten vaak als ‘monsters’ worden bestempeld. De filmindustrie begint deze realiteit te weerspiegelen: Byrne’s nieuwe rol in If I Had Legs I’d Kick You portretteert een moeder die worstelt met de overweldigende eisen die de zorg voor een ziek kind met zich meebrengt. De inspiratiebron voor de film – de eigen ervaring van regisseur Mary Bronstein met het omgaan met de ziekte van haar dochter terwijl ze zich verloren en overweldigd voelde – benadrukt het schril contrast tussen de geïdealiseerde versie van het moederschap en de rommelige realiteit.
De onzichtbare arbeid van het moederschap
Wat het commentaar van Byrne zo resonerend maakt, is de erkenning van het moederschap als een uitputtende, oneindige taak. De verwachting dat het lichaam van een vrouw de fysieke eisen van het opvoeden van kinderen aankan, betekent niet dat ze mentaal of emotioneel voorbereid is op de meedogenloze verantwoordelijkheid. Deze kloof wordt nog verergerd door het gebrek aan maatschappelijke steun voor moeders, waardoor velen zich geïsoleerd en ongezien voelen. Zoals Byrne opmerkt: ‘Moeders worden zowel vereerd als genegeerd’, een dualiteit die schaamte bestendigt rond elke andere emotie dan onvervalste vreugde.
Waarom dit belangrijk is
Jarenlang werden gesprekken over het moederschap gedomineerd door idyllische beelden van lachende moeders en engelachtige baby’s. Deze stilte heeft een gevaarlijke mythe gecreëerd: dat alle vrouwen er van nature dol op zouden moeten zijn moeder te zijn, en dat het toegeven van iets anders een morele tekortkoming is. Byrne’s bereidheid om deze stilte te doorbreken is belangrijk omdat het erkent dat moederschap geen universele ervaring is. Het opent ruimte voor eerlijke discussies over de mentale en emotionele tol van het ouderschap, waardoor het stigma mogelijk wordt verminderd en meer vrouwen worden aangemoedigd steun te zoeken als ze het moeilijk hebben.
Uiteindelijk is het gesprek dat Byrne en Heti voeren cruciaal. Het moederschap is niet altijd gemakkelijk, en dat toegeven maakt van niemand een slechte ouder; het maakt iemand menselijk.






















