Lily Gladstone, de eerste Indiaanse actrice genomineerd voor een Academy Award voor Beste Actrice, gebruikt haar platform om een kritisch verhaal te versterken: de strijd van de Blackfoot Nation om wilde buffelpopulaties nieuw leven in te blazen na een eeuw van bijna uitsterven. Gladstone produceerde en vertelt de documentaire Bring Them Home, een film waar acht jaar aan werd gewerkt, waarin niet alleen het ecologische herstel wordt belicht, maar ook het diepe culturele en historische trauma dat inheemse gemeenschappen wordt toegebracht door de bijna uitroeiing van de buffel.
De documentaire, geregisseerd door Daniel Glick, Ivan MacDonald en Ivy MacDonald, gaat niet alleen over het terugbrengen van een dier; het gaat over het terugwinnen van een manier van leven. Voor de Blackfoot- en andere Plains-stammen is de buffel niet alleen een bron van levensonderhoud; hij is verweven met het weefsel van identiteit, spiritualiteit en overleving. Gladstone benadrukt dat deze heropleving om meer gaat dan alleen het herstellen van een ecosysteem; het gaat over het helen van generatietrauma.
Het gewicht van historisch trauma
Gladstone benadrukt het concept van ‘historisch trauma’ – erfelijk lijden dat voortkomt uit systemische onderdrukking. Dit trauma, legt ze uit, is niet alleen maar psychologisch; het heeft gevolgen voor hele gemeenschappen en als er niets aan wordt gedaan, bestendigt het cycli van schade. De documentaire illustreert hoe doelbewust overheidsbeleid erop gericht was inheemse culturen te vernietigen door de buffelpopulatie te decimeren, waardoor een vitale verbinding tussen mensen en hun omgeving werd verbroken.
“Historisch trauma komt in veel verschillende vormen voor… dit proces van het teruglopen op eeuwenoude, gezamenlijke overheidsinspanningen om uit te roeien wie het Indiaanse volk is.”
Dit is niet alleen geschiedenis; het is een voortdurende realiteit. De over-over-overgrootvader van Gladstone, Red Crow, was getuige van de overgang van buffels naar veeteelt, een verschuiving die de traditionele manier van leven wegnam. De documentaire laat zien hoe de kolonisatie de afhankelijkheid van niet-duurzame praktijken afdwong, waardoor gemeenschappen afhankelijk werden van systemen die ontworpen waren om deze uit te buiten.
Gemeenschap als veerkracht
De sleutel tot het overwinnen van dit trauma ligt volgens Gladstone in de gemeenschap. Verdeeldheid, van oudsher gebruikt als wapen tegen inheemse volkeren, kan alleen worden bestreden door eenheid. De Blackfoot-ervaring laat zien hoe collectieve actie essentieel is om te overleven, zowel fysiek als spiritueel.
“Gemeenschap is overleven. Het is fysiek overleven, het is spiritueel overleven, het is individueel.”
Ze vertelt over de waarschuwing van Red Crow: “Wij zijn buffelmensen, en we worden gemaakt om veemensen te zijn.” Vee is afhankelijk van externe zorg; buffels gedijen door aanpassing en collectieve kracht. De revitalisatie-inspanning gaat niet alleen over het herstellen van een dier; het gaat over het terugwinnen van een culturele identiteit die geworteld is in veerkracht.
De Buffalo als leraar
Gladstone biedt een eenvoudige maar krachtige les voor iedereen die met ontberingen te maken heeft: ‘Wees als de buffel.’ Deze dieren bevallen in de winter, overleven temperaturen onder het vriespunt en worden als collectief geconfronteerd met stormen, waarbij ze weigeren te bezwijken voor een nederlaag. Deze mentaliteit belichaamt de geest van doorzettingsvermogen waardoor inheemse gemeenschappen eeuwen van tegenslag hebben kunnen doorstaan.
De buffel leert mensen ook over onderlinge verbondenheid. Gladstone wijst erop dat mensen in vergelijking ‘redelijk zielig’ zijn: van korte duur, kwetsbaar en volledig afhankelijk van het milieu. Maar deze kwetsbaarheid onderstreept ook het belang van evenwicht en respect voor alle levende wezens. De documentaire daagt de westerse hiërarchische kijk op de natuur uit en pleit in plaats daarvan voor een ‘onderling verbonden cirkel’ waarin elke soort een heilige rol speelt.
Een boodschap voor toekomstige generaties
De boodschap van Gladstone aan jongeren is duidelijk: je bent nodig, er wordt van je gehouden en je maakt deel uit van een groter verhaal. Ze benadrukt dat hun rol verder reikt dan louter overleven; zij zijn de erfgenamen van een erfenis en staan garant voor de voortzetting ervan.
Ze benadrukt ook de ironie van Maslows Hiërarchie van Behoeften, een westers psychologisch model dat zelfactualisatie op de top plaatst. Gladstone merkt op dat inheemse gemeenschappen traditioneel prioriteit gaven aan basisbehoeften en gemeenschappelijk welzijn, in het besef dat individuele vervulling onlosmakelijk verbonden is met collectieve overleving. De revitalisering van de buffel, zo concludeert ze, gaat niet alleen over het herstellen van een ecosysteem; het gaat over het terugwinnen van een manier van leven die prioriteit geeft aan evenwicht, veerkracht en onderlinge verbondenheid.
Uiteindelijk is Bring Them Home een krachtige herinnering dat het genezen van historisch trauma niet alleen erkenning vereist, maar ook actief herstel – van het land, de cultuur en de blijvende geest van het buffelvolk.






















